Zomer in Nederland
- spelbepaler
- 3 sep
- 12 minuten om te lezen
2 – 31 augustus 2025 - Lunteren, De Meern, Woold, Wilp, Bussloo, Renkum
Door het natte Duitsland zijn we eerder terug. Het is begin augustus. Het huis is wel weer even wennen. We zijn drie maanden geleden vertrokken nadat we er pas drie maanden hebben gewoond. Waar staan de dingen ook alweer?

De tuin is gegroeid en bloeit prachtig. En zoals verwacht zijn niet alleen de planten die we geplant hebben, gegroeid maar ook onkruid (herenmoes, paardenbloemen) en planten van de vorige bewoners die zich in de ondergrond verstopt hebben, zoals de frambozen die onder en in de aalbesstruik kruipt, twee hemelbomen (snelgroeiend zachthouten boom die al een meter hoog zijn) die de tuinkruiden overschaduwen. En boksdoorn die tussen de wortels van de kleine Japanse esdoorn groeit met lange stengels van anderhalve meter. In een poging die stengels uit de grond te trekken, hoor ik het knappen bij mijn ribben. Chips, ik kneus mijn rib – een beetje. Ik herken het, want vier jaar geleden kneusde ik die flink. Nu kneus ik het een beetje want ik krimp niet in elkaar bij lachten en niezen. Het is vooral hinderlijk en pijnlijk als ik op mijn zij lig en bij de grondige schoonmaak van de camper.
Ik schreef vorige keer dat we een mogelijk nieuwe camper gingen bekijken. Maar dat viel tegen. De camper heeft zeker pluspunten maar ook een paar grote minpunten. De conclusie is dat hij niet beter is dan wat we nu hebben. De tweede conclusie is dat we de onze gaan “opknappen”. Te beginnen met een grondige schoonmaak en het maken van een lijstje verbeterpunten. Op die lijst staan nieuwe banden, de buitenkant opnieuw laten coaten, USB-oplaadpunten repareren, extra stopcontact, nieuw kussen achterin etc.

De camper wordt pas over 14 dagen gekeurd en de vooruitzichten in Nederland zijn goed. Dus na krap een week thuis, pakken we de camper weer in. We rijden naar Winterswijk – niet alleen omdat het daar mooi is maar eerst en vooral omdat daar Obelink zit. Een gigantische
kampeerwinkel. We kopen “luifelwanden”. Daarmee kunnen we een buitentent maken of windscherm afhankelijk of we één, twee of alle drie de wanden installeren. Na vier uur rondslenteren hebben we een winkelwagen vol spullen. We rijden naar een camping in de buurt – Woold dat tegen de grens met Duitsland ligt. Als ik bij de receptie sta, vliegt de deur open en een man begint in het Duits te schelden tegen de man achter de balie. Die direct in het Duits terug scheldt. Ik ben perplex. De Duitse man eist een plek op de camping. “Je kan makkelijk regelen dat we een nachtje kunnen staan”, roept hij. De campingbaas zegt zoiets als dat hij naar de maan kan lopen, dat íe een andere camping moet opzoeken. En als hij niet snel van het terrein weggaat, duwt hij ‘m met een trekker er wel af. “Nou dat durf je niet, doe ‘t dan, doe ‘t dan”, gilt de man en loopt naar zijn kampeerbus. Buiten wordt er nog wat heen en weer gescholden. Wat eraan voorafgegaan is, weet ik niet maar ik heb de neiging om me te excuseren voor het botte gedrag van mijn mede-camperaar. Als ik dat zeg, zegt de campingbaas dat dat echt niet nodig is. Ze hebben niet gereserveerd en ook al lijkt er nu nog plek, het zit vol. Het gedrag van het stel trok het bloed onder zijn nagels vandaan. “Dus ze zoeken maar een andere plek.”
De camping heet Hermienehoeve, net als de boerderij 100 meter verderop. Dat blijkt een pannenkoekenhuis te zijn. Nou, na 4 uur rondslenteren, heb ik niet zo’n zin om te koken. We wandelen naar de boerderij, waar we om vijf voor zes het terras oplopen. Daar lezen we dat de keuken om zes uur sluit. Jasses. Wil René waagt toch een poging voor een pannenkoek met spek. Nou als we snel bestellen, willen ze voor ons nog wel een pannenkoek bakken. Fijn!

De volgende dag zetten we meteen de nieuwe buitentent op. Daarvoor moeten we een richel in de luifel plakken, maar die hangt op bijna 3 meter. Gelukkig kan ik een trap lenen van de camping. Verder lukt het prima. We breken ‘m ook meteen weer af. Het is hier te warm in de tent. Straks in de Spaanse winter willen we ‘m gebruiken. Dan kunnen we buiten schilderen ook als het waait of regent.
Ik ben verbaasd hoeveel bossen hier in de achterhoek zijn. Er liggen wel akkers en weilanden tussen maar in mijn geheugen was het vooral boerenland. Met van die typische boerderijen met grote ronde deuren in de gevel die met zwart hout bekleed is. Met de stijgende temperaturen is het in het bos heerlijk fietsen.
Zondagavond loopt de camping leeg en de paar die er op maandagochtend staan zijn voor de lunch vertrokken. Plek zat. Gelukkig. Want de temperaturen stijgen en stijgen tot boven de 30. De oude camping kent wel hoge bomen maar de meeste plekken liggen in de volle zon, zo ook die van ons. Van de campingbaas mogen we onder de oude eiken staan waar alleen in de vroege ochtend de zon schijnt. Het blijkt een reserve campingplek te zijn, nou dat maakt mij niets uit. Als ik maar schaduw heb. Het zwembadje met koud water plons ik alleen in om af te koelen. Ik ben niet zo’n waterrat.
Zoals gewoonlijk schilderen we, fietsen we en bezoeken we nog twee keer Obelink om dingen te ruilen en aan te vullen. We lopen geroutineerd door de grote hallen want inmiddels weten we wel waar we moeten zijn.
Na een paar dagen verkassen we naar Wilp omdat we een afspraak hebben bij een kussenmaker in Apeldoorn. Eén van de kussens waar Wil René vaak zit, is niet alleen slap maar kan beslist ergonomisch beter. Het schuim dat de camperbouwer gebruikt heeft, moet vooral licht zijn. En
daarmee mindere kwaliteit, zeker op de lange termijn zakt íe in. De kussenmaker meet, wij zoeken stof uit en tasten best diep in de buidel. Maatwerk is kostbaar. Als we daarmee rugpijn voorkomen of verminderen is het dat zeker waard. Een week later halen we de nieuwe kussens op.

Voordat we naar de camping in Wilp gingen, heb ik in de krant al gezien dat deze maanden de IJsselbiënnale is. Ik heb twee leuke activiteiten geregeld. Maar eerst fietsen we een rondje om de Bussloose recreatieplas en ploffen neer bij een strandtent met palmbomen voor een cocktail. Dat past helemaal bij de tropische dag die het vandaag is.
Na al die warme dagen is plotseling de zon de hele dag weg. Het wordt “maar” 20 graden. Weer eens een lange broek aan en een bodywarmer op de fiets. We hebben namelijk een afspraak, 20 km verderop. We gaan kijken, én een beetje bijdragen aan een kunst-performance. Verder heb ik er nog weinig idee bij, maar zoals vaker, zie ik iets op internet en dan meld ik me direct aan. We worden om 1 uur verwacht op een voormalige boerderij[i] in de uiterwaarde van de IJssel. Daar is een oude silo waarin Anne ten Ham[ii] haar kunstwerk gaat
realiseren. Bij aankomst krijg ik een zwart emmertje met een laagje melk. Met mijn emmertje wacht ik net als zo’n 50 andere toeschouwers/participanten nieuwsgierig tot het begint. We krijgen uitleg wat onze bijdrage wordt: stil zijn, en op een teken mogen we om beurten ons emmertje leeggieten/gooien. Dan lopen we naar de silo, de trap op en zoeken op de verhoging een plekje– in stilte. Onder in de oude mestsilo zie ik negen vrouwen in het water staan. Ieder

met een zwart emmertje. Heel langzaam stijgt het water. Het enige geluid dat ik hoor is de wind, het water, een hoest, ver weg een auto, en een zoemend geluid dat ik direct herken: een drone. Boven de silo hangt een drone die de performance De Verstilden filmt. Jammer van het geluid maar het beeld moet prachtig zijn (de film zal later op de site van Anne te zien zijn). De vrouwen gieten de melk in het water. En dan mogen wij. De melk vloeit uit in het water. Een kwartier later lopen we weer op het erf en rondom hoor ik mensen uitwisselen. Vooral de verschillen in
uitvoering van het emmertje leeggieten, is ze opgevallen: heel langzaam leeggieten of de emmer bruusk omdraaien en leegstorten, en alles daartussen. Zelf hadden ze daar van tevoren ook over nagedacht - hoe ze het zouden doen. Grappig. Ik loop terug naar de silo om te kijken hoe ze die leegmaken want over 3 uur wordt de performance voor de tweede en laatste keer herhaalt. Van het kunstwerk blijven alleen de beelden.

De volgende dag schuiven we aan tafel op de dijk in Steenkamer. Ook onderdeel van de IJsselbiënnale. We parkeren onze fiets bij een woonhuis en lopen door hun tuin naar de dijk die er aan grenst. Daar staat inderdaad een gedekte tafel. We maken kennis met een aantal mensen die allemaal een link hebben met Deventer en of de eigenaren van het huis. Het gespreksonderwerp is: Van wie is de dijk?
Met een theateroptreden van twee hazen waarvan één claimt dat zij er eigenaar van is. “Gewoon omdat ik dat zeg– het is van mij. Net als het landschap, het gras, allemaal van mij.” Ondanks de poging om het onderwerp zo op tafel te leggen, bespreken mijn disgenoten allerlei thema’s zoals het optreden van onze Eus in zomergasten, Ruimte voor de rivier, kennisgebrek over de natuur, U-theory etc. Wil René - die door een van de hazen aan het andere eind van de tafel is gezet om “orde te scheppen in de
chaos” – voert een gesprek met de klimaatburgemeester, hoort de stand in de voetbalwedstijd van Deventer Go Ahead tegen Ajax (dat uiteindelijk gelijkspel werd) en vertelt over onze reizen. Het zijn leuke gesprekken terwijl we een lekker lunch voorgeschoteld krijgen en prachtig uitzicht hebben op de uiterwaarden en de rivier. Ondanks de wolken en de wind is het niet te koud maar na twee uur op de dijk ben ik blij dat ik een jas in de fietstas heb zitten.
Mijn fiets heeft kuren. Ik kan de ondersteuning alleen nog maar opschakelen niet meer terugschakelen. Alleen door ‘m helemaal uit te zetten. De fietsenmaker gaat het besturingssysteem claimen bij de producent (blijkbaar heb ik 5 jaar garantie). Dat kan wel even duren. Dus heb ik mijn fiets meegenomen naar Wilp. Daar krijgt íe nog meer kuren. Ik moet steeds meer geduld hebben met het aanzetten van de ondersteuning. Ik druk op allerlei knoppen, zet aan en uit, wiebel aan draadjes en dan ineens doet hij het. Soms valt ‘ie uit onderweg en pruts ik al fietsend aan knoppen. Kortom terug naar de fietsenmaker, die zal ondertussen wel de onderdelen binnen hebben. Hij heeft niet gebeld dus het zal wel goed zijn. “Mijn” fietsenmaker blijkt net met vakantie te zijn en in de computer kan zijn collega niets vinden. Hij gaat ‘m bellen en ik krijg een leenfiets mee. Als ik de volgende dag nog niets gehoord heb, ga ik eind van de middag polshoogte nemen. Ik ga namelijk overmorgen weer kamperen en dan is een oplader voor de leenfiets wel makkelijk, tenzij mijn fiets…. De derde fietsenmaker kijkt in het systeem en kan de stand van zaken niet vinden: hij kan niet inloggen. Dus ik verlaat met oplader de fietswinkel. Maar de volgende ochtend ontvang ik om 10 uur een sms: uw fiets is klaar. Fijn want de elektrische leenfiets is oké maar de mijne is honderd keer lekkerder. Nu duimen dat alle problemen opgelost blijven.
Niet alleen mijn fiets is opgeknapt, ook de camper. Voor de APK-goedkeuring moet er toch het een en ander vervangen worden. De remschijven en -blokken van de voorwielen, lampje aan de zijkant, de banden…. Euh, de banden? We dachten dat ze wel door de APK zouden komen. Wil René had het uitgezocht en nagemeten – op het rechtervoorwiel. Maar het linker was echt slechter. Hmm, we hebben al nieuwe 4-seizoensbanden geregeld bij mijn zwager. Die moeten we dan maar ophalen – met de camper want we hebben geen auto. De garageman gaat meteen moeilijk doen: Als we de camper meenemen, moet hij de camper afkeuren en moeten wij 90 euro betalen. Misschien hadden we dat moeten doen, maar we hebben nog maar drie dagen voor de APK verlopen is. We praten de garageman om. Hij vervangt alvast de remmen, en wij halen die avond de banden op die er dan morgen op gelegd kunnen worden. Een dag later is de camper klaar - met een rekening van ruim 1700 euro. En dan hebben we de banden zelf betaald. We hadden een kleine beurt gevraagd maar deze garageman heeft alles wat hij aan service kon uitvoeren, gedaan, zonder overleg. Tja toch betalen, ik kan slechts zeggen dat hij het oude oliefilter moet terugzetten. In ieder geval komen we hier niet terug. Het goede nieuws is dat de camper weer veilig is.

Nu de camper gekeurd is, kunnen we weer onderweg. Een bevriend stel die we in Marokko hebben leren kennen, hebben ons uitgenodigd op een camping in de buurt van …. Wilp. Tja we hebben daar vorige week al gestaan. Deze camping ligt zelfs maar 1 km westelijker. Wel wat dichter bij de snelweg maar aan dat geluid wen je opmerkelijk snel. De campingbaas heeft ons op de camping gezet ipv camperplek. Veel leuker, volgens haar en veel meer ruimte, met schapen als buren. We kunnen meteen onze nieuwe voortent uitproberen. De eerste dagen is het nog niet zo warm én in de aanbouw zitten we uit de wind. We merken dat we direct langer buiten blijven zitten. Ook het schilderen is prettiger.
Apeldoorn ligt vlakbij Bussloo en in het CODA is Papierkunst te bewonderen. Net als vier jaar geleden kijk ik ademloos naar het vakmanschap en de creativiteit. Wat je allemaal met papier kunt maken.
We laten ons met onze vrienden culinair verwennen. In Deventer zit een restaurant dat gerund wordt door twintigers. Ik heb ruim van tevoren gereserveerd en tot mijn verrassing bellen ze me twee dagen van tevoren. Of het een speciale gelegenheid is, of we nog wensen hebben of allergieën. Wil René roept meteen Cola zero zero (zonder cafeïne en zonder suiker). Dat hebben ze niet maar ze gaan het regelen. We kiezen een viergangendiner met een half wijnarrangement (we moeten nog 12 km fietsen) en verder laten we ons verrassen. Diverse kleine gerechtjes komen op tafel waar ze met een pincet de laatste hand aan hebben gelegd. Het is erg lekker én mooi. En gezellig. De halve glazen wijn voel ik. Gelukkig heb ik een elektrische fiets en is de route heel rustig – kan ik eventueel een beetje slingeren.
Onze vrienden drinken graag wijn en hebben de afgelopen 20 jaar de kurken van hun wijnflessen

bewaard. Die mag ik hebben om een groot prikbord te maken voor in de keuken. Inmiddels ben ik begonnen met ontwerpen en testen – want hoe snij je die kurken, met welke lijm kun je die plakken en waarop? Het ontwerp heb ik wel bedacht en na 200 kurken snijden, ben ik blij dat we een paar dagen gaan kamperen, want ik voel het al in mijn pols. En ik ben pas halverwege met snijden. Het plakken komt daarna pas.
Na een week kamperen, fietsen en schilderen is het tijd om te gaan. Allereerst omdat we afgesproken hebben om vrienden te ontmoeten op landgoed Quadenoord. En ten tweede zijn ze al de hele week aan de overkant van de straat bezig om Ground Zero op te bouwen. Een hardcore nachtfestival met vijf podia, waar tot 07:00 uur de beat zal dreunen. Dus slapen kun je hier niet. De campingbaas zegt dat haar camping vol zal staan met heel veel kleine tentjes van festivalgangers. Fijn voor haar maar mij niet gezien.

Quadenoord is een natuurcamping en we mogen, net als vorig jaar, de grote Tipi gebruiken. En dat is fijn want de eerste avond regent het stevig. Jammer is wel dat het bosbrandrisico te hoog is
en we geen kampvuur mogen aansteken. In de tipi staat een grote vuurschaal ons uitdagend aan te kijken. Maar we houden ons aan het verbod. Als de volgende avond een groep jonge mannen tegen het vallen van de avond hun tenten opbouwen en een vuur maken, ontstaat bij ons de vraag wat doen we? Gaan we de campingbaas bellen, gaan we ze waarschuwen, gaan we ook een vuurtje aansteken? Het wordt het tweede. De groep bedankt voor de info en gaan verder met hun kampvuur. Tja het heeft natuurlijk wel wat geregend gisterenavond. Toch blijf ik alert, ook als ik later in mijn bed lig. Als ze de volgende ochtend alweer voor tienen vertrokken zijn, ben ik overtuigd dat ze “illegaal” hebben gekampeerd. Later ontmoet ik de terreinbeheerder die de verbodsbordjes voor open vuur verwijderd. Ik vraag haar of ze had willen weten dat er vuur gemaakt is. Ja, beslist. Ik had haar moeten bellen. Nou de volgende keer… Ze vraagt me of Joeri bij ons staat. Geen idee wie dat is. Nou hij had de tipi gereserveerd voor de helft. Ze had wel gezegd dat hij en zijn vrienden wel de tipi moesten delen met anderen…. Nou ze hebben niet geïnformeerd en nadat we ze gezegd hadden dat open vuur niet mocht, hadden ze waarschijnlijk geen zin om bij ons te komen zitten, die gasten die geen vuur wilden maken….. Ik met mijn vooroordelen ook.
En dan weer naar huis want ze komen morgen voor de douchewand. We hebben er een hard

hoofd in dat ze ditmaal wel de wanden kunnen plaatsen. 3 maanden terug waren de monteurs na een kwartier weer vertrokken omdat er een lat ontbrak. Toen lazen we de handleiding en zagen dat er nog een probleem was met een raamprofiel. Eigenlijk klopt dat ook maar deze mannen verzinnen een oplossing die eigenlijk mooier is. Ze kitten de glaswand bij het lage muurtje tegen de tegels aan. We mogen 24 uur niet douchen en een week lang de glaswanden niet poetsen. Nou dat heb ik er wel voor over en trek het plastic zeiltje van het plafond los. Na 4 maanden mag die in de prullenbak.
Komende zes weken zijn we nog in Nederland en daarna gaan we weer. Richting de zon.
Schilderijen die we in Nederland maakten:
[i] Waar een buitenkunst-restauratie-bedrijf zit http://www.burodsb.nl/






















































Opmerkingen